Antibiotica

Antibioticum betekent letterlijk: tegen het leven.

Antibiotica zijn chemische stoffen die worden uitgescheiden door micro-organismen om concurrerende micro-organismen te doden of hun groei te beletten door een of ander levensbelangrijk proces specifiek te blokkeren. Daar waar alle geneesmiddelen verondersteld worden één of ander ziekteproces te corrigeren, zijn antibiotica dus gericht op het verstoren van de levensfuncties van micro-organismen die aanwezig zijn bij de patiënt, en waarvan vermoed wordt dat ze hem of haar schade berokkenen. Ze genezen geen infecties, maar stoppen wel de groei van gevoelige bacteriën zodat de patiënt de tijd krijgt om zijn afweer te organiseren en de bacteriën te elimineren. Er bestaan verschillende types van antibiotica. Sommige zijn slechts actief tegen een beperkt aantal soorten bacteriën. Men noemt ze daarom smalspectrum antibiotica. In de mate van het mogelijke zal de arts deze antibiotica voorschrijven omdat ze slechts actief zijn tegen de schadelijke bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de infectie en niet tegen andere nuttige of onschadelijke bacteriën. Andere antibiotica hebben een bredere werking en zijn actief tegen meerdere bacteriën. Men noemt ze breedspectrum antibiotica. Soms zijn ze noodzakelijk omdat men de precieze ziekteverwekker niet kent of omdat er meerdere ziekteverwekkers in het spel zijn.